Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En daarna [64]Jozef van [65]Arimathea (die een discipel van Jezus was, maar bedekt om de [66]vreze der Joden), bad Pilatus, dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus [67]liet het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg. 64. Zie van Hem, Matth.27:57; Mark.15:43; Luk.23:50,51. 65. Deze stad schijnt anderszins Ramath genaamd te worden, het vaderland van den profeet Samuel; 1 Sam.1:1. 66. Namelijk dat zij Hem uit hunne synagoge zouden werpen, volgens hun besluit; hfdst.9 vs.22. 67. Namelijk nadat Hij van den hoofdman verstaan had dat Christus alrede gestorven was; Mark.15:44.